Het FSP doet onderzoek naar de kwaliteit van leven van naasten van personen met een beperking. Door de omvang, gevolgen en variatie in problematiek van gezinnen in beeld te brengen krijgen betrokkenen partijen als gemeenten, onderwijsinstellingen, zorgverzekeraars, jeugdhulp, vrijwilligerswerk aanknopingspunten om gericht beleid te ontwikkelen. Wie zijn deze ‘jonge mantelzorgers’ eigenlijk? Hoe vaak komen kinderen in een zorgsituatie terecht, en (waarom) is het nodig dat er extra aandacht komt voor ‘jonge mantelzorgers’?
Het gaat om KVO-kinderen (kinderen van een verslaafde ouder) en KOPP-kinderen (kinderen van ouders met psychische problemen) en kinderen van ouders met een verstandelijke beperking (KVBO-kinderen). Daarnaast worden broers en zussen van kinderen met psychische problematiek of een verstandelijke beperking vaak ‘brussen’ of ‘brusjes’ genoemd.
‘Jonge mantelzorger’ is een overkoepelende term die vaak gebezigd wordt, maar om welke kinderen en jongeren het precies gaat is niet eenduidig. Soms worden alle kinderen bedoeld uit gezinnen waar zorg nodig is, anderen gebruiken de term alleen voor kinderen die taken of verantwoordelijkheden hebben in de zorg voor een ander. Het gaat daarbij niet om alleen medische taken of het geven van lichamelijke zorg. Ook extra huishoudelijke hulp, gezelschap houden van ouders, emotionele zorg, zorg voor broertjes en zusjes, begeleiding van bezoeken buitenshuis en ‘regelzorg’ worden gegeven door deze kinderen. Daarnaast kunnen ze zich veel zorgen maken om hun gezinslid.
Vaak wordt genoemd dat één op vier kinderen opgroeit met zorg. Echter, omdat er verschillende leeftijdsgrenzen, meetmethodes en definities worden gebruikt is het lastig om eenduidige cijfers te vinden. Voor de provincie Fryslân zijn geen cijfers beschikbaar, landelijk zijn wel een aantal groepen in beeld gebracht. Als deze landelijke percentages omgerekend worden naar de situatie in Fryslân, zou het om de volgende aantallen kinderen en jongeren gaan:
Opgroeien met zorg en zorgen kan consequenties hebben voor de ontwikkeling van kinderen. De zorgsituatie kan mogelijk leiden tot overbelasting en psychische problemen bij het kind. Daarnaast kan de zorg in het gezin impact hebben op het opvoedgedrag van ouders, zeker wanneer één van de ouders psychische- of verslavingsproblematiek heeft. Maar ouders kunnen ook overbelast raken door de intensieve zorg voor een kind of partner met een beperking, wat vervolgens impact kan hebben op de opvoeding en ontwikkeling van de (andere) kinderen in het gezin.
De kinderombudsvrouw geeft op basis van haar onderzoek in 2018 een aantal aanbevelingen voor gemeenten om kinderen die opgroeien in een zorgsituatie, beter te ondersteuning. Aanbevelingen zijn bijvoorbeeld betere samenwerking tussen betrokken partijen zoals onderwijs en jeugdhulp, voldoende (financiële) hulp beschikbaar stellen voor deze gezinnen, en investeren in deskundigheidsbevordering van betrokken professionals.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.