Sociale samenhang heeft geen duidelijke definitie; het is een breed begrip, dat vaak betrekking heeft op hoe men zich ten opzichte van elkaar gedraagt en hoe men meedoet in de samenleving (CBS z.d.; 2015 ). Daarom gaat het in deze monitor over de contacten die inwoners hebben met anderen, hoe zij elkaar helpen en hoe zij meedoen in de samenleving, zowel informeel als in georganiseerd verband. Ook wordt vertrouwen meegenomen, aangezien dat een belangrijke voorwaarde is om sociale relaties aan te gaan en bepaalt hoe inwoners zich verhouden tot instituties in de samenleving.
Een sterke sociale samenhang draagt bij aan positieve ontwikkelingen op onder andere het gebied van veiligheid, gezondheid, welzijn en economische welvaart (SCP, 2024 ). Fryslân staat bekend om haar hechte mienskip. Er zijn echter wel verschillen te zien tussen de verschillende leeftijdsgroepen en opleidingsniveaus van inwoners en de plek waar zij wonen als het gaat om sociale samenhang en vertrouwen.
Goed sociaal contact is belangrijk voor mensen. Ze willen deel uitmaken van een groep, ervaringen uitwisselen en bij elkaar terecht kunnen voor steun. Ook zorgt goed sociaal contact voor een hogere mate van binding met de buurt en een positieve invloed op de tevredenheid met het leven (CBS, 2020). Inwoners van Fryslân hebben tegenwoordig vaker online contact met vrienden en familie dan dat ze elkaar in levenden lijve ontmoeten. Contact met de buren is wel veelal fysiek. Over het algemeen zijn inwoners van Fryslân tevreden over de sociale contacten die zij in hun dorp of wijk hebben: men waardeert dit namelijk de laatste jaren met een ruime zeven (Panel Fryslân, 2018; 2020; 2022). Onderzoek wijst uit dat mensen die vaker contact met anderen hebben ook hechtere relaties hebben (CBS, 2015 ). De mate van verbondenheid in relaties is een belangrijke voorwaarde voor het bieden van sociale steun (Langford et al.,1997 ). Een kleine minderheid (43%) van de inwoners van Fryslân bespreekt belangrijke persoonlijke zaken met twee of drie personen.
Eén op de acht (13%) inwoners van Fryslân van 18 jaar of ouder verleent mantelzorg. De overheid definieert mantelzorg als langdurige en onbetaalde zorg voor hulp- en zorgbehoevende naasten, vanuit een al bestaande persoonlijke band . Het percentage inwoners van Fryslân dat mantelzorg verleent is al jaren relatief stabiel. Mantelzorg wordt vooral gegeven door 50-74-jarigen.
Er wordt door de overheid een steeds groter beroep gedaan op mantelzorgers om het zorgstelsel betaalbaar te houden en om te voldoen aan de zorgvraag van de vergrijzende bevolking (SCP , 2023a). Van de inwoners van Fryslân die in 2022 mantelzorg gaven, gaf 17 procent aan zwaar- of overbelast te zijn door het geven van mantelzorg. Redenen hiervoor zijn onder andere omdat er te veel op hun schouders neerkomt of omdat hun eigen gezondheid achteruit gegaan is.
Het aantal beschikbare mantelzorgers daalt. De OOSR (Oldest Old Support Ratio) geeft het potentiële aantal mantelzorgers van 50 tot 75 jaar aan per hoogbejaarde van 85 jaar of ouder. In Fryslân waren er in 1975 nog 22 potentiële mantelzorgers per 85-plusser, maar dit is gedaald naar 17 in 2015. Het is de verwachting dat dit in 2040 verder zal dalen en dat er dan nog maar 6 potentiële mantelzorgers zijn per 85-plusser.
In Fryslân geeft iets meer dan de helft (53%) van de inwoners informele hulp. Vaak wordt deze hulp gegeven aan familie, vrienden en anderen in de buurt, wijk of het dorp. Het gaat hierbij om spontane, niet door een instantie georganiseerde hulp. Het kan variëren van het doen van boodschappen of klusjes in en om het huis, tot het helpen met invullen van formulieren en een luisterend oor bieden (CBS, 2015). Hoewel een groot deel van de inwoners al informele hulp geeft, doet niet iedereen dit. Van de mensen die nog geen hulp geven aan familie of vrienden is meer dan de helft bereid dit wel te doen (Panel Fryslân, 2023).
Van de inwoners van Fryslân is 64 procent lid van een hobby- of vrijetijdsvereniging. Inwoners van kernen met minder dan 5000 inwoners zijn vaker lid van een vereniging dan inwoners die in een grotere kern wonen. Men is vooral lid van een vereniging voor ontspanning en om sociale contacten op te doen. Als men geen lid is, komt dit vooral doordat men het niet prettig vindt om zich voor langere tijd te binden.
Verenigingen zijn een manier om in georganiseerd verband deel te nemen aan activiteiten. Ook buiten verenigingen (informeel) zoeken mensen elkaar op. Ze gaan bijvoorbeeld wekelijks wandelen, hardlopen of kaartspelletjes spelen. Van de inwoners van Fryslân neemt 20 procent deel aan zo’n informele groep.
Verenigingen zijn een belangrijk onderdeel van de Friese mienskip en dragen hier ook aan bij. Zo vindt meer dan de helft van de inwoners van Fryslân dat verenigingen voor meer groepsgevoel in hun dorp of wijk zorgen en dat verenigingslidmaatschap een belangrijk onderdeel is van hun leven. Ook vindt 71 procent van de inwoners het erg als er verenigingen verdwijnen.
Verenigingen draaien veelal op vrijwilligers. Van de inwoners van Fryslân doet 38 procent vrijwilligerswerk met een structureel karakter bij zijn of haar vereniging. Dit betekent dat zij bijvoorbeeld in het bestuur zitten, deel uitmaken van een commissie of training geven. Een kwart van de inwoners doet incidenteel vrijwilligerswerk bij hun vereniging, zoals een bardienst draaien. De meesten doen vrijwilligerswerk voor hun vereniging omdat zij het belangrijk of leuk vinden, of om de vereniging draaiende te houden. Bij sommige verenigingen is het niet nodig om vrijwilligerswerk te doen. Dertig procent van de inwoners die geen vrijwilligerswerk doen heeft daar geen tijd voor.
Van de inwoners van Fryslân doet bijna de helft (48%) aan vrijwilligerswerk. Dat aandeel is al jaren hoger dan gemiddeld in Nederland, waar 41 procent vrijwilligerswerk doet. Wel is er een dalende trend te zien, want in 2012 deed nog 58 procent vrijwilligerswerk in Fryslân. Tijdens de coronaperiode was er een iets sterkere daling zichtbaar, omdat er toen beperkingen waren voor vrijwilligerswerk. Ten opzichte van de coronaperiode is het aandeel vrijwilligers wel weer iets gestegen, maar het is nog niet op het niveau van voor deze periode.
Vrijwilligerswerk is een belangrijke indicator van sociale samenhang. De verwachting is dat vrijwilligerswerk in de toekomst steeds belangrijker gaat worden. Door vergrijzing zal de zorgvraag toenemen en door ontgroening neemt juist het aandeel werkenden af.
Mensen doen vrijwilligerswerk vanuit verschillende interesses. Vrijwilligerswerk wordt in Fryslân het vaakst gedaan bij sportverenigingen en in de buurt.
Vertrouwen is onmisbaar in sociale relaties. Samen met het meedoen in de samenleving is vertrouwen essentieel voor sociale samenhang en dus het prettig functioneren van de samenleving. Het grootste deel (68%) van de inwoners van Fryslân heeft over het algemeen vertrouwen in anderen. Dat aandeel is iets hoger dan gemiddeld in Nederland (66%). De laatste jaren is het vertrouwen in anderen in zowel Fryslân als Nederland toegenomen.
Het vertrouwen in instituties laat een grilliger verloop zien in Fryslân. Van 2015 tot 2020 steeg het vertrouwen in instituties van 57 procent naar 68 procent. Daarna daalde het vertrouwen in instituties naar 59 procent in 2022. Vooral het vertrouwen in de landelijke politiek, zoals de regering, de Tweede Kamer en het vertrouwen in de pers is gedaald de afgelopen jaren . Zo gaf in 2017 bijvoorbeeld 68 procent van de inwoners de pers een 6 of hoger, maar is dit gedaald naar 55 procent in 2023. Het vertrouwen in de Tweede Kamer is nog sterker gedaald: in 2017 gaf nog 73 procent van de inwoners het vertrouwen in de Tweede Kamer een 6 of hoger, maar dit is gedaald naar 46 procent in 2023. Het vertrouwen in de gemeente is daarentegen relatief gelijk gebleven (2017: 81%; 2023; 78%).
Overheden vinden het belangrijk dat inwoners betrokken worden bij hun beleid. Ze kunnen meedenken met de overheid of zelf initiatieven nemen. Niet alle burgers hebben hier behoefte aan. Van de inwoners van Fryslân geeft 40 procent aan dat zij betrokken willen worden bij het beleid van de gemeente. Dit is een lichte daling ten opzichte van de voorgaande jaren; in zowel 2019 als 2021 wilde nog 45 procent betrokken worden bij gemeentebeleid. Opvallend is de daling bij de jongeren tussen de 18 en 34 jaar: in 2021 wilde 60 procent nog betrokken worden bij beleid, maar dit is gedaald naar 47 procent in 2023.
Hoogopgeleide inwoners van Fryslân willen vaker betrokken worden dan laagopgeleiden. Bij alle opleidingsniveaus is een daling te zien in de wens om betrokken te worden. Bij laagopgeleiden is de daling het grootst: in 2021 wilde nog 39 procent betrokken worden, maar in 2023 is dit gedaald naar 28 procent. Daarmee worden bepaalde stemmen minder gehoord, waardoor groepen buiten de boot dreigen te vallen in de samenleving.
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Zoekt u specifieke cijfers? We helpen u graag verder! Neem contact op met:
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.