Tijdens de coronacrisis zijn de scholen gesloten en zijn jongeren afhankelijk (geweest) van onderwijs op afstand en thuisonderwijs. Dit heeft direct en indirect impact op het onderwijs in Fryslân. Zo missen leerlingen in het basisonderwijs gemiddeld 7,5 week onderwijs op school door de coronamaatregelen (SCP, mei 2020). Wat betekent de coronacrisis voor het onderwijs in Fryslân?
In het schooljaar 2018/’19 telt Fryslân 57.650 leerlingen in het primair onderwijs (DUO; PO-Raad). Het voortgezet onderwijs telt 38.248 leerlingen die woonachtig zijn in Fryslân (CBS). Voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) staat het aantal leerlingen op 24.519. In het hoger onderwijs zijn dit 22.151 leerlingen, waarvan 19.349 in het hbo-onderwijs en 2.802 in het wetenschappelijk onderwijs. Daarbij gaat om leerlingen die in Fryslân wonen, maar die mogelijk in een andere regio onderwijs volgen.
Voor een deel van de jongeren is het moeilijker om zonder extra aandacht een startkwalificatie te behalen. Bijvoorbeeld omdat zij een handicap, chronische ziekte, sociaal-emotionele problemen of een stoornis hebben. Zij hebben meer specialistische of intensieve begeleiding nodig die geboden wordt door het speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en de mbo-entree-opleidingen. In het schooljaar 2018/19 gaat het hierbij om 6.200 jongeren (FSP-monitor Onderwijs).
Het aandeel hoogopgeleiden in Fryslân is in de afgelopen jaren toegenomen. Het opleidingsniveau is echter nog altijd lager vergeleken met het landelijk gemiddelde. Dit blijkt uit de FSP-monitor Onderwijs. Het lagere opleidingsniveau wordt deels verklaard door het zeer beperkte aanbod van wetenschappelijk onderwijs in Fryslân. Veel studenten verhuizen voor hun wetenschappelijke opleiding naar buiten de provincie. Het aandeel leerlingen dat een vwo-diploma haalt is in Fryslân echter ook lager dan landelijk. Hier zijn vier mogelijke verklaringen voor: Friese ouders zijn lager opgeleid, de afstand tot een school met vwo-aanbod is in Fryslân groter, het ambitieniveau van ouders en leerkrachten lijkt in Fryslân lager te zijn en er is in Fryslân vaker sprake van onderadvisering (FSP, 2018).
Eerder onderzoek laat zien dat Friese kinderen vaker dan landelijk een lagere schooladvies krijgen en dat dit minder vaak naar boven wordt bijgesteld (FSP, 2019). Mogelijk wordt dit verklaard door het lagere opleidingsniveau van ouders in Fryslân (FSP, 2018). Uit de Staat van het Onderwijs blijkt dat kinderen met laagopgeleide ouders vaker doorstromen naar een lager opleidingsniveau. Met dezelfde toetsresultaten krijgen zij lagere schooladviezen en deze worden minder vaak naar boven bijgesteld. Eén van de redenen is dat leraren soms zaken in hun advies meewegen die vaak onbewust de kansen van leerlingen kunnen belemmeren.
In Fryslân krimpt het aantal leerlingen omdat er minder kinderen worden geboren. In het basisonderwijs is dit al jaren merkbaar. In het schooljaar 2007/2008 telde Fryslân nog 63.309 basisschoolleerlingen, tien jaar later 54.430 (FSP, 2019): een daling van 14 procent. Alleen in Limburg, Zeeland en Drenthe is de leerlingenkrimp in het basisonderwijs sterker. Ook het voortgezet onderwijs krijgt daar nu mee te maken. De verwachting is dat tot 2027 het totaal aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs met 16% daalt in Fryslân. Mogelijk gevolg daarvan is dat leerlingen verder moeten reizen, omdat in de regio middelbare scholen verdwijnen.
Er zijn streken in Fryslân waar de gemiddelde afstand naar een middelbare school groter is dan 10 kilometer (FSP, 2019). Voor de meeste leerlingen in de provincie is binnen 10 kilometer een vmbo-school te vinden en ten minste de eerste drie jaar van havo- of vwo. Wel is de gemiddelde afstand naar een vmbo-vestiging met 3,1 kilometer kleiner dan de gemiddelde afstand van 5,1 kilometer naar een havo/vwo-vestiging. In de toekomst is dit een belangrijke ontwikkeling om rekening mee te houden. Als middelbare scholen met een havo/vwo-aanbod sluiten, kan dit van invloed zijn op de bereikbaarheid en keuzes die leerlingen maken.
Om verspreiding van het coronavirus te voorkomen zijn scholen en onderwijsinstellingen genoodzaakt (geweest) het fysieke onderwijs te staken en over te gaan op onderwijs op afstand en thuisonderwijs door ouders. Dit werkt door in het alledaagse leven van leerlingen en hun naaste omgeving. Dit zijn de (mogelijke) gevolgen van de coronacrisis voor het onderwijs in Fryslân:
Thuis- en digitaal onderwijs neemt een vlucht
In de coronacrisis wordt geprobeerd om onderwijs op afstand te bieden zodat leerlingen alsnog lesstof tot zich kunnen nemen. Leerkrachten en docenten maken – noodgedwongen – kennis met de mogelijkheden voor onderwijs op afstand en de uitdagingen hierbij. Dit onderwijs op afstand kan in de toekomst een alternatief worden wanneer door leerlingenkrimp niet alle onderwijssoorten in de nabije omgeving aangeboden worden.
Mogelijk grotere kansenongelijkheid door scholensluiting
Door de coronamaatregelen zijn scholen gesloten en zijn leerlingen aangewezen op thuisonderwijs en onderwijs op afstand. Sommige kinderen en leerlingen lopen hierbij een groter risico op ontwikkelings- en onderwijsachterstand. Niet alle gezinnen beschikken over (voldoende) faciliteiten voor onderwijs op afstand, bijvoorbeeld door het gebrek van (goede) internetverbinding, laptop en digitale programma’s. Ook hangt veel af van wat ouders: kunnen zij helpen bij de lesstof en structuur aanbrengen in de dag? Hoe scholen verschillend onderwijs aanbieden tijdens de scholensluiting speelt hierbij ook een rol. De verwachting is dat door de coronacrisis de kansenongelijkheid in het onderwijs toeneemt (Universiteit van Amsterdam, april 2020).
Informatie begrijpen en meedoen wordt mogelijk lastiger voor laaggeletterden
In Nederland is ruim 1 op de 9 mensen, tussen 16 en 65 jaar laaggeletterd. Dit komt neer op ongeveer 1,3 miljoen (12,2%). In Fryslân is het aandeel laaggeletterden naar schatting 13,4% (Partoer, 2016). Verwacht wordt dat voor hen de coronacrisis extra gevolgen heeft. De praktijk toont dat de informatie over het coronavirus voor laaggeletterden veel en moeilijk is. Verder lopen zij een nog groter risico op taal- en rekenachterstanden door het uitvallen van fysieke lessen (Stichting Lezen en Schrijven, mei 2020) . Veel laaggeletterden missen bovendien digitale vaardigheden om online lessen te volgen. Verder hebben laaggeletterden doorgaans een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Dit kan betekenen dat zij een groter risico lopen om hun baan te verliezen en op zoek moeten naar ander werk. Laaggeletterdheid komt vaak voor in de beroepsgroepen: schoonmakers, hulpkrachten in de bouw, landbouw en industrie en productiemedewerkers (Stichting Lezen en Schrijven, 2019).
Meer onzekerheid bij overgangsmomenten
De scholensluiting is extra spannend voor jongeren die in een overgangsmomenten zitten, zoals in groep 8 van de basisschool of het examenjaar op de middelbare school. Wat betekent voor hen dat onderwijsactiviteiten vervallen of dat er thuis meer stress is vanwege de coronacrisis? Wordt dit zichtbaar in meer op- en afstromers in het volgend schooljaar? Dit is nog niet te voorzien. In totaal zitten in Fryslân 1250 leerlingen in hun laatste jaar van het vwo, 2250 leerlingen in het laatste jaar van de havo en 4500 in hun laatste jaar van het vmbo (CBS).
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.