Voor veel inwoners van Fryslân is de betaalbaarheid een belangrijke zorg in de transitie naar aardgasvrij wonen (FSP, 2020). Onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL, 2020) lijkt deze zorg te onderschrijven. Het PBL concludeert dat investeren in een duurzamere eigen woning in veel gevallen niet rendabel is. Alleen een kleine groep grootgebruikers heeft op korte termijn financieel voordeel van de investering. Dat betekent dat een belangrijke motto van het Klimaatakkoord (‘iedereen kan meedoen’) onder druk staat.
De Nederlandse overheid wil in 2030 49% minder CO2 uitstoten ten opzichte van 1990. In 2050 moet dat 95% minder zijn. Eén van de maatregelen is de transitie naar aardgasvrije wijken. Het streven is dat in 2050 alle Nederlandse woningen aardgasvrij zijn.
Om dat te realiseren vraagt de overheid woningeigenaren te investeren in de verduurzaming van hun woning. Woonlastenneutraliteit is daarbij het uitgangspunt: de investering in de verduurzaming moet door ‘het overgrote deel van de bewoners’ kunnen worden terugverdiend (PBL, 2020). Volgens het PBL is dat onder de huidige voorwaarden voor veel huishoudens niet mogelijk, of pas na tientallen jaren.
Bijna de helft van de inwoners van Fryslân (46%) geeft aan dat zij de transitie naar aardgasvrije wijken te ambitieus vindt, blijkt uit onderzoek van het FSP (2020). De meest genoemde zorg is de betaalbaarheid van de plannen. Niet alleen in algemene zin (‘wie gaat de transitie betalen?’), maar ook als het gaat om specifieke groepen: hoe zorgt de overheid ervoor dat mensen met een kleine beurs niet buiten de boot vallen? En de mensen met een oude woning, voor wie de transitie een lastige en dure aangelegenheid is?
Wanneer niet iedereen profiteert van de overstap naar een duurzaam energiesysteem, bestaat het risico van nieuwe of diepere scheidslijnen in de samenleving. Als de mensen met een kleine beurs niet extra worden geholpen, haken ze af, stellen deelnemers aan het FSP-onderzoek (2020). Hierdoor komt ook de sociale samenhang in het gedrang. Een inwoner zegt: ‘Wat ik een gevaar vind is dat we tegenover elkaar komen te staan. Voor een deel de mensen die het wel kunnen opbrengen, en een deel dat zegt: “ik kan het niet betalen”.’
In beschrijvingen van de energietransitie wordt vaak gesproken over koplopers, volgers en achterblijvers. Tussen de overtuigde voorstanders en de uitgesproken sceptici zit een grote groep van mensen (zo’n 60% van de woningeigenaren; FSP, 2020) die niet zozeer de noodzaak van verandering in twijfel trekken, maar nog veel vragen en onzekerheden hebben, of onvoldoende mogelijkheden (denken te) hebben om mee te doen (Van Buuren & Edelenbos, 2019). We moeten op zoek naar een transitieaanpak die zich niet alleen richt op de koplopers (hoe onmisbaar ook), maar óók op deze grote groep volgers.
Waar hebben de volgers behoefte aan?
De overgang naar duurzame energie brengt ingrijpende veranderingen met zich mee en vraagt flinke investeringen. Hoewel we uiteindelijk allemaal te maken krijgt met de energietransitie, kan of wil niet iedereen meedoen. De energietransitie is daarmee ook een sociale kwestie. Het is belangrijk dat we er voor zorgen dat alle burgers kunnen meedoen en profiteren van de energietransitie.
FSP. 2020. Energie in draagvlak.
PBL. 2020. Woonlastenneutraal koopwoningen verduurzamen.
Van Buuren & Edelenbos. 2019. Aardgasvrij in de participatie-maatschappij.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.