Filter resultaten
Thema
Toon alles
Type
berichten gevonden
Monitor Werk
Onderwerpen

Werk en arbeidspotentieel in Fryslân

Werk is een belangrijk onderdeel voor de brede welvaart van Fryslân. De monitor werk geeft een beeld van de arbeidssituatie in Fryslân. Er wordt niet alleen gekeken naar de feitelijke ontwikkelingen en trends, maar ook naar de ervaringen van inwoners van Fryslân.

Het belang van werk voor brede welvaart is groot

Het belang van werk speelt op zowel individueel als op maatschappelijk niveau. Op individueel niveau verschaft werk mensen natuurlijk een inkomen (zie ook monitor inkomen) en inkomen hangt samen met gezondheid. Ook vergroot werk de regie op het eigen leven, structureert het de week, brengt sociale contacten met zich mee, biedt ontplooiingsmogelijkheden en kan leiden tot waardering (WRR, 2020). Uit paneldata blijkt dat inwoners de volgende aspecten van een baan (heel) belangrijk vinden: de mogelijkheid om te leren (83%) en jezelf te kunnen ontplooien (85%), het kunnen combineren van werk en privé (81%), zelf beslissingen kunnen nemen (83%), reistijd/ afstand naar het werk (65%), een vast contract (79%) en mogelijkheid om zelf werktijden te kunnen bepalen (51%). Een hoog inkomen vond slechts 34 procent belangrijk, 50 procent vond dat niet belangrijk/niet onbelangrijk.
Op maatschappelijk niveau is de krapte op de arbeidsmarkt van groot belang. Lange tijd was economisch beleid gericht op het verlagen van de werkloosheid. Sinds medio 2021 is er sprake van langdurige krapte op de arbeidsmarkt. De invloed van deze krapte op brede welvaart is nu al merkbaar in de zorg, het onderwijs, ICT en techniek (UWV, 2024). Om in de toekomst het werk met minder mensen gedaan te krijgen is veel aandacht voor leven lang ontwikkelen (SER, 2022; Universiteit van het Noorden, 2023).

Banengroei zet in 2023 door

Het aantal banen in Fryslân is in 2023 toegenomen met 2,1 procent tot 321.305. De groei van 2,6 procent in 2022 zet dus door in 2023. De Friese groei is ook hoger dan de landelijke toename van banen (1,7 %). Vooral in de sectoren Cultuur, sport en recreatie, zakelijke dienstverlening en ICT was de banengroei sterk, met respectievelijk 6,8 procent, 4,3 procent en 3,8 procent.
De meeste banen in Fryslân zijn nog steeds te vinden in de zorg (62.080), gevolgd door de sectoren handel en reparatie (53.340), zakelijke dienstverlening (40.695) en industrie en delfstoffenwinning (38.855). De industrie, zakelijke dienstverlening en bouwnijverheid zijn belangrijke stuwende sectoren voor de werkgelegenheid in Fryslân.
De werkgelegenheidsstructuur kent regionale verschillen. Zo werken in Noordoost Fryslân relatief veel mensen in de bouw en landbouw. In Noordwest Fryslân zijn de landbouw en visserij belangrijke sectoren. In Leeuwarden zijn dat het openbaar bestuur, onderwijs, zorg en zakelijke dienstverlening. Op de Waddeneilanden: toerisme en horeca. Zuidoost Fryslân heeft een relatief groot aandeel banen in de handel. Industrie is in alle regio’s belangrijk, maar niet in Leeuwarden en op de Waddeneilanden.

i

Bekijk op volledige grootte

Friese arbeidsmarkt gekenmerkt door krapte

De arbeidsmarkt wordt in Fryslân, net als in andere provincies, gekenmerkt door een grote krapte. Dat betekent dat het voor werkgevers moeilijk is om openstaande vacatures te vervullen en geschikt personeel te vinden dat het werk kan doen. Een deel van de krapte is structureel van aard en wordt veroorzaakt door afnemend aanbod als gevolg van vergrijzing en ontgroening. Vooral in de volgende sectoren is er een groot aantal werkenden in loondienst boven de 60 jaar oud: zorg & welzijn (7.800), industrie (5.100) openbaar bestuur (3.400), onderwijs (2.700) en transport (2.100) (UWV, 2024).
Het aantal openstaande vacatures is een goede indicator van de moeite die werkgevers hebben om geschikte mensen te vinden. De ontwikkeling door de jaren heen laat goed zien hoe de krapte zowel tijdelijke als structurele oorzaken heeft, zowel in Fryslân als daarbuiten. De trend is dat er sinds 2015 steeds meer openstaande vacatures zijn, doorbroken door een dip in het coronajaar 2020.
De meeste vacatures staan open in de sector commerciële dienstverlening, waar bijvoorbeeld ICT, retail, en vervoer en opslag onder vallen. Er is ook veel vraag naar technische beroepsgroepen, zoals monteurs en ingenieurs. De vacatures per sector (gebaseerd op kwartaalberichten) laten voor 2023 een daling zien, deze hangt samen met een milde recessie in de afgelopen periode (CBS, Dossier Conjunctuur (cbs.nl).

i

Bekijk op volledige grootte

Arbeidsparticipatie iets lager dan Nederlands gemiddelde

In 2023 was de netto-arbeidsparticipatie in Fryslân 72,3 procent, een fractie lager dan het landelijk gemiddelde. Dit is het deel van de beroepsbevolking (de groep 15- tot 75-jarigen) dat een betaalde baan heeft. De arbeidsdeelname van vrouwen is sinds 2013 sterker toegenomen dan die van mannen, respectievelijk 12 en 9 procent. De werkloze beroepsbevolking, de mensen die geen betaald werk hadden maar daar wel naar zochten, was 3,6 procent groot. Dat is net als vorig jaar gelijk aan Nederland. In 2013 was het werkloosheidspercentage 8,9 procent.
Om de huidige omvang van de economie te behouden zijn er voldoende arbeidskrachten nodig, zeker gezien de verwachting dat de potentiële beroepsbevolking in Fryslân door vergrijzing en ontgroening tot 2040 slinkt met 32.000 mensen (Planbureau Fryslân, 2024). Er zijn dus steeds minder mensen beschikbaar voor de Friese arbeidsmarkt.

i

Bekijk op volledige grootte

Onbenut arbeidspotentieel gehalveerd

Het kost werkgevers steeds meer moeite om personeel te vinden. Het onbenut arbeidspotentieel is afgelopen tien jaar in Fryslân sterk gedaald, van 87.000 in 2013 (18%) naar 44.000 in 2023 (9%). Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit onderbenutte deeltijders (20.000), werklozen (13.000) en semi-werklozen (11.000). Semi-werklozen zijn personen die recent naar werk hebben gezocht maar hiervoor niet op korte termijn beschikbaar zijn, of andersom: personen die op korter termijn beschikbaar zijn voor werk maar hiernaar niet recent hebben gezocht. Bij alle drie de groepen is sprake van een daling, maar het meest bij werklozen. Door de afname van arbeidsaanbod en de voorspoedige groei van de economie nemen de meeste mensen die kunnen en willen werken, inmiddels deel aan het arbeidsproces. (UWV, 2024)

Werkenden in Fryslân vaker middelbaar opgeleid

Werkenden in Fryslân hebben gemiddeld vaker een middelbaar of lager opleidingsniveau ten opzichte van landelijk. In Fryslân is 43 procent van de beroepsbevolking middelbaar opgeleid ten opzichte van 37 procent landelijk. De Friese beroepsbevolking past goed bij de sectorstructuur, waarin veel middelbaar opgeleiden gevraagd worden. Dat is bijvoorbeeld zo in grote sectoren in de Friese economie als zorg, industrie en agro.
Tegelijk is het een aandachtspunt, omdat opleidingsniveau een belangrijke indirecte invloed heeft op brede welvaart. Zo hebben laagopgeleiden gemiddeld een lagere ervaren gezondheid, lager inkomen en een grotere kans op werkloosheid (Van de Werfhorst et al., 2019; CBS, 2022). Positief is dan ook dat sinds 2013 het aandeel laagopgeleide inwoners gedaald is van 31 procent naar 27 procent. Laag opgeleid omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). In dezelfde periode is het aandeel hoogopgeleiden, dat is HBO en wetenschappelijk onderwijs, gestegen van 22 procent naar 30 procent.

i

Bekijk op volledige grootte

Wendbaarheid steeds belangrijker

De arbeidsmarkt verandert in meerdere opzichten. Technische (arbeidsbesparende) innovaties kunnen een deel van de oplossing bieden voor de krapte op de arbeidsmarkt. Door technologische ontwikkelingen verdwijnen banen en komen er weer andere bij. Dit vraagt om wendbaarheid van zowel werkgevers als werknemers. De nieuwe functies stellen vaak andere eisen dan de vaardigheden, werkervaring of opleidingen die werkzoekenden en werknemers hebben.
Voor de veerkracht van de regionale economie is wendbaarheid van de werkenden dus belangrijk. Dat vergroot ook de baankansen van werkenden zelf. Daarom stimuleert de overheid mensen om te blijven leren, ook als ze al een baan hebben. Echter, er zijn significante verschillen tussen de wijzen waarop verschillende groepen mensen op de arbeidsmarkt daadwerkelijk tot leren en ontwikkelen komen. Grof gesteld: als we kijken naar formele scholingstrajecten, dan leren vrouwen meer dan mannen en theoretisch opgeleiden meer dan praktisch opgeleiden. (Monitor LLO Noord-Nederland, 2023). Uit eerder landelijk onderzoek blijkt dat groepen die achterblijven in de deelname aan scholing zijn: lager opgeleiden, ouderen, en mensen met een tijdelijk arbeidscontract (SER, 2019).
Ook in Fryslân blijkt dit zo te zijn. In 2023 gaf 84 procent van de hoogopgeleide inwoners van Fryslân aan geen opleiding gevolgd te hebben voor het werk in de afgelopen 12 maanden, onder laagopgeleiden was dit percentage zelfs 92 procent. De meeste werkenden (45%) nemen deel aan scholingsmogelijkheden om een diploma te halen. Andere redenen zijn: betere carrièrekansen (35%), meer omzet halen (33%) en uit interesse (31%). Dit zijn belangrijke inzichten voor zogenaamde Leven Lang Ontwikkelen programma’s.

i

Bekijk op volledige grootte

Meer weten?

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Zoekt u specifieke cijfers? We helpen u graag verder! Neem contact op met:

drs. Tonny Huisink
drs. Tonny Huisink Onderzoeker E-mail Tonny LinkedIn 06 38982668
drs. Tonny Huisink
drs. Tonny Huisink Onderzoeker