Mbo-geschoolden zijn belangrijk voor brede welvaart, maar hun meerwaarde en ontwikkelpotentie blijft onderbelicht. Dit blijkt uit FSP-onderzoek in Noordwest-Fryslân. Huidig onderzoek legt vaak de focus op hoogopgeleiden, terwijl in de praktijk ook de groep mbo-geschoolden belangrijk is. Er is een groeiend tekort aan mbo-personeel en van hen wordt steeds meer wendbaarheid en productiviteit verwacht. Dit vraagt om breder te kijken naar ontwikkelpotenties zoals het informeel leren.
Eerdere analyses laten zien dat Noordwest-Fryslân het goed doet op sociale aspecten, maar op economisch vlak lagere uitkomsten kent vergeleken met andere regio’s (FSP, 2021). Dit komt deels door de focus op het aandeel hoogopgeleiden als één van de indicatoren voor brede welvaart. Waar in 2020 een derde van de Nederlandse bevolking (34%) zich hoogopgeleid mag noemen, is dit minder dan een kwart in Noordwest-Fryslân (CBS, 2021).
Net als in veel andere regio’s krijgt ook Noordwest-Fryslân door vergrijzing en ontgroening te maken met een krimpende beroepsbevolking. Dit maakt het lastig om de vacatures te vervullen, waarbij het grootste tekort wordt verwacht aan werkenden met een diploma op mbo-niveau 3 en 4 (PublicResult, 2020).
Om hierop te anticiperen hebben de overheid, ondernemers en onderwijsstellingen in Noordwest-Fryslân een gezamenlijk actieplan ontwikkeld. Daarin gaat veel aandacht uit naar het vergroten van de arbeidsproductiviteit en het zoveel mogelijk aan het werk gaan én blijven van inwoners. Daarbij wordt sterk ingezet op stimuleren van her-, om- en bijscholing.
Een goed opgeleide bevolking is belangrijk voor de brede welvaart; die basisgedachte blijft relevant, maar krijgt in de praktijk een andere betekenis. Het FSP-onderzoek in Noordwest-Fryslân laat zien dat naast het afronden van een opleiding veel aandacht uitgaat naar werkervaring, sociale vaardigheden, digitale vaardigheden. Daarnaast is het ontwikkelen van ‘soft skills’ belangrijk, zoals samenwerken, creativiteit en probleemoplossend vermogen.
Veranderingen op de arbeidsmarkt vragen steeds meer wendbaarheid van werkenden, zoals vaker de overstap (moeten) maken naar een andere baan, vakgebied of functie. Echter, deze praktijkuitdagingen worden onvoldoende gevangen met de huidige monitoring van brede welvaart door het sterke accent op hoogopgeleiden.
In een regio met een stijgende vraag naar mbo-geschoolden, zoals in Noordwest-Fryslân, lijkt een andere visie op een ‘goed opgeleide bevolking’ relevant. Naast de meerwaarde voor de regionale arbeidsmarkt en economie hebben mbo-geschoolden steeds meer een sleutelfunctie bij maatschappelijke opgaven. Denk hierbij aan de energietransitie, de wooncrisis en stijgende zorgvraag door de vergrijzing. Mbo-geschoolden zijn hard nodig om deze opgaven het hoofd te bieden, maar (groeiende) personeelstekorten belemmeren dit (UWV, SER en SBB, 2022; ABF Research, 2022; PBL, 2021).
De maatschappelijke meerwaarde van mbo-geschoolden wijst op een ontwikkelpotentie voor brede welvaart in Noordwest-Fryslân. Dat in deze regio relatief veel inwoners werk hebben of zoeken op mbo-niveau kan een voorsprong opleveren, met name in de sectoren waarin geschikt personeel steeds schaarser wordt. Dit vraagt wel aandacht voor de doorontwikkeling van inwoners met oog voor de verschillende leermotieven en -mogelijkheden.
Scholing wordt in overheidsbeleid gezien als hét middel om ervoor te zorgen dat inwoners zo lang mogelijk inzetbaar en wendbaar zijn op de arbeidsmarkt. Deze gedachte is ook te herkennen in het sociaaleconomisch actieplan in Noordwest-Fryslân met aandacht voor de om-, her- en bijscholing. Echter, eerder onderzoek laat zien dat veel werkenden niet een (directe) urgentie of behoefte ervaren aan scholing (SCP, 2019).
Daarbij loopt er een scheidslijn tussen onder andere opleidingsniveaus: ook in Fryslân nemen lager opgeleiden doorgaans minder deel aan scholing dan hoger opgeleiden (FSP, 2021). Dat terwijl juist voor mbo-geschoolden bijblijven steeds meer nodig is, omdat met automatisering, nieuwe technologie en flexibilisering hun werk sneller verandert, sommige banen verdwijnen en er ook nieuwe beroepen ontstaan (WRR, 2020; Commissie-Borstlap, 2020).
Om deze ontwikkeling bij te blijven wijst landelijk onderzoek op het belang van informeel leren op de werkvloer en in de vrije tijd. Hierbij gaat het om ervaringsleren dat min of meer spontaan plaatsvindt zonder een activiteit die alleen is gericht op onderwijs of leren (CBS, 2016; SCP, 2020). Voorbeelden hiervan zijn kennis vergaren door het luisteren van podcasts of lezen van boeken, uitleg krijgen van een collega, feedback van de leidinggevende op het werk of het opdoen van vaardigheden via een hobby of het verenigingsleven.
Geschat wordt dat dit informeel leren voor veel werkenden de meest voorkomende manier is waarop zij zich leren en zich ontwikkelen (SCP, 2019). Om die reden lijkt het informeel leren vaak belangrijker voor de werkzekerheid dan het (verplicht) volgen van een cursus, opleiding of training (WRR, 2020). Dit geldt in bijzonder voor lager opgeleiden omdat informeel leren beter aansluit op hun ontwikkel- en leerbehoefte (CBS, 2020; Panteia, 2019).
Gelet op het belang van informeel leren lijkt de huidige focus in het sociaaleconomisch actieplan in Noordwest-Fryslân kansrijk. Het inzetten op stages, uitwisseling van kennis en ervaringen en de laagdrempelige ontmoeting met werkgevers faciliteert het ervaringsleren. Tegelijkertijd blijft onduidelijk hoe dit ervaringsleren en scholingsdeelname elkaar kunnen aanvullen. Om hier integraal naar te kijken introduceren de Sociaaleconomische Raad en TNO (2022) het begrip leercultuur in een landelijke monitor. Dit begrip kan Noordwest-Fryslân helpen om een visie te ontwikkelen op het belang van leren en opleiden met oog op regionale ambities en de brede welvaart van de regio.
In afgelopen jaren is de belangstelling voor de brede welvaart in Nederland gegroeid. Hierbij wordt breder naar maatschappelijke ontwikkeling gekeken dan alleen naar geld en economische groei. Met een internationaal gebruikte meetmethode brengt het CBS landelijk en regionaal de brede welvaart in beeld met diverse cijfers. Het FSP voert onderzoek naar brede welvaart uit op regionaal niveau in Fryslân.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.