Eén van de maatregelen waartoe het kabinet heeft besloten is de transitie naar aardgasvrije wijken. Het streven is dat in 2050 alle Nederlandse woningen aardgasvrij zijn. Dit betekent dat in de komende decennia miljoenen bestaande woningen aangepast worden en alternatieve bronnen (elektriciteit, geothermie, etc.) krijgen voor ruimteverwarming, warm water en koken. Op dit moment maken gemeenten op wijkniveau plannen voor de stapsgewijze overgang naar aardgasvrij wonen. Zijn de inwoners van Fryslân hiervan op de hoogte? Hoe denken de inwoners van Fryslân over de transitie naar aardgasvrij wonen, en in welke mate zijn zij hiermee bezig?
In december 2019 is Panel Fryslân bevraagd over klimaatverandering en de energietransitie. Tussen 2 december en 23 december vulden 2958 panelleden deze vragenlijst in. Panel Fryslân is representatief voor de Friese bevolking van 18 jaar en ouder. Zelfaanmelding voor het panel is niet mogelijk. Panelleden worden geworven via een aselecte steekproef en een persoonlijke uitnodigingsbrief.
Inwoners van Fryslân zijn kritisch ten aanzien van de transitie naar aardgasvrij wonen. Bijna de helft vindt de plannen van de overheid te ambitieus. Zij maken zich zorgen over de betaalbaarheid en het ontbreken van goede alternatieven. Tegelijkertijd is een aanzienlijke groep woningeigenaren (44%) bereid te investeren in het aardgasvrij maken van de eigen woning. Wel vindt een groot deel (80%) dat de overheid daarbij financieel moet bijdragen. De grootste groep in Fryslân (ca. 60%) kan worden bestempeld als ‘volgers’: in principe willen zij wel overstappen naar aardgasvrij, maar hebben daarbij wel behoefte aan duidelijke plannen en ondersteuning van de overheid.
De inwoners van Fryslân lijken goed op de hoogte van de beleidsplannen; slechts 7 procent had hier nog helemaal niet van gehoord. Over wat het beleid voor de inwoners zelf en voor hun energievoorziening betekent hebben echter nog weinig inwoners informatie ontvangen. Slechts 13 procent geeft aan informatie te hebben ontvangen, het vaakst van de landelijk overheid (5%). Van de provincie (1,5%) en van de gemeente (1,7%) heeft een enkeling informatie ontvangen.
Bijna de helft van de inwoners van Fryslân (46%) geeft aan dat zij de beleidsrichting naar aardgasvrij wonen te ambitieus vindt. De meest genoemde zorg is de betaalbaarheid van de plannen. Niet alleen in algemene zin (‘wie gaat de transitie betalen?’), maar ook als het gaat om specifieke groepen in de samenleving: hoe zorgt de overheid ervoor dat mensen met een kleine beurs niet buiten de boot vallen? En de mensen met een oude woning, voor wie de transitie een dure aangelegenheid is? Ook voor binnensteden en afgelegen gebieden voorziet men veel problemen als het gaat om de transitie naar aardgasvrij wonen.
Naast betaalbaarheid is het ontbreken van goede alternatieven voor veel mensen een reden om de kabinetsplannen als te ambitieus te bestempelen. Het elektriciteitsnet is niet berekend op een massale overstap van gas naar energie, zeggen zij. Voorts wordt aardgas door veel mensen beschouwd als een (relatief) schone en efficiënte energiebron. De noodzaak van ‘van het gas af’ wordt dan ook vaak niet gezien. In dit kader verwijst men naar Duitsland, waar mensen middels subsidies worden aangemoedigd over te stappen naar aardgas. In dat licht vinden sommige mensen de plannen in Nederland onbegrijpelijk.
In het Klimaatakkoord wordt de transitie naar aardgasvrij wonen bestempeld als een ‘een uiterst ingrijpende, complexe en omvangrijke opgave die iedereen raakt en waarvoor de betrokkenheid, investeringsbereidheid en draagvlak van burgers, bedrijven en instellingen onmisbaar is’ (Klimaatakkoord, 2019, p. 17). Van de inwoners van Fryslân (wonend in een koopwoning) geeft 44 procent aan bereid te zijn te investeren in het aardgasvrij maken van de eigen woning. Wel vindt een groot deel (80%) dat de overheid daarbij ook financieel moet bijdragen.
Kijkend naar persoonskenmerken dan verschilt de investeringsbereidheid alleen naar opleidingsniveau: hoogopgeleiden zijn vaker bereid te investeren dan middelbaar- en laagopgeleiden (onafhankelijk van het mogelijke inkomensverschil). De waarden van mensen – idealen die bepalen wat belangrijk is voor mensen en welke keuzes zij maken – hebben de meeste invloed op hun investeringsbereidheid, veel meer dan persoonskenmerken zoals leeftijd, geslacht, opleiding, inkomen.
Naarmate mensen natuur en milieu belangrijker vinden als waarde in hun leven, zijn zij eerder bereid te investeren in hun woning. Mensen die het belangrijk vinden te genieten van het leven en (directe) behoeftebevrediging nastreven, in mindere mate bereid zijn te investeren in het aardgasvrij maken van hun woning. Zij kijken bijvoorbeeld op tegen de rompslomp van een verbouwing, of plaatsen vraagtekens bij de mate waarin een alternatieve energiebron volstaat voor het comfort dat zij gewend zijn in hun woning.
Tussen de verschillende woningtypen (vrijstaand, tussenwoning, 2-onder-1-kap, enzovoort) bestaat geen verschil als het gaat om de investeringsbereidheid, ook het bouwjaar van de woning is niet van invloed. Wel zeggen mensen die in een ouder huis wonen vaker dat hun woning niet geschikt is voor een andere energiebron.
Zijn de inwoners van Fryslân bezig met aardgasvrij wonen? Aan woningeigenaren is een aantal stellingen voorgelegd over het al dan niet overstappen naar een andere energiebron dan gas. Daaruit ontstaat een veelkleurig beeld. Elke woning is anders en ook iedere bewoner is uniek qua behoeften, wensen en verwachtingen.
In beschrijvingen van de energietransitie wordt vaak gesproken over koplopers, volgers en achterblijvers. Koplopers en volgers handelen vanuit verschillende waarden en contexten, en opereren daardoor niet in hetzelfde tempo. Hoe zien deze groepen – koplopers, volgers, achterblijvers – eruit in Fryslân?
Koplopers (‘Ik ga binnenkort/overweeg serieus over te stappen naar een andere energiebron’) – ca. 10%
Koplopers hebben de (financiële) hulpbronnen en de wil om vooruit te lopen op de ambities van de overheid. Milieu- en natuurwaarden zijn belangrijk voor de koplopers, net als het tegengaan van klimaatverandering. De koplopers zijn dikwijls hoogopgeleid en wonen vaker in een vrijstaande dan in een hoek- of tussenwoning. Naar leeftijd behoren de koplopers vaker tot de jongere (18-44) dan tot de oudere leeftijdsgroepen (45-64; 65-plus).
Volgers (‘Ik wil wel overstappen op een andere energiebron, maar …’) – ca. 60%
Volgers hebben meer tijd nodig. Volgers vormen een grote en diverse groep (naar leeftijd, opleiding). Zij wachten op de plannen van de overheid, weten niet waar te beginnen of hebben op dit moment niet de financiële middelen om in actie te komen. Net als koplopers vinden zij milieu- en natuurwaarden belangrijk, maar praktische bezwaren staan het handelen in de weg. In het algemeen wonen zij vaker in een hoek- of tussenwoning dan in een vrijstaande woning. Een deel van de volgers stelt dat hun woning niet geschikt is voor een andere energiebron. Het bouwjaar van de woning is hiervoor de belangrijkste verklaring (45% woont in een vooroorlogse woning, 82% in een woning van vóór 1980). Een aanzienlijk deel van de volgers zegt wel over te willen stappen, maar het zich financieel niet te kunnen veroorloven (30%). Deze positie gaat dikwijls gepaard met een lager opleidingsniveau, een lagere leeftijd en het hebben van een gezin met minderjarige kinderen.
Achterblijvers (‘Ik zie de noodzaak van een andere energiebron niet zo/Ik blijf mijn woning met gas verwarmen’) – ca. 30%
De achterblijvers zien de noodzaak van een andere energiebron niet zo, of stappen pas over naar een andere energiebron als de overheid hen hiertoe verplicht. Natuur- en milieuwaarden en het tegengaan van klimaatverandering zijn voor deze groep vaak minder van belang. Naar opleidingsniveau en leeftijd zijn de achterblijvers vaker lager opgeleid en ouder. De achterblijvers onderscheiden zich niet naar type woning of het bouwjaar van de woning.
De overgang naar duurzame energie kan veel van burgers vragen. Zijn alle inwoners van Fryslân betrokken bij dit proces? Het FSP onderzoekt tussen 2019 en 2023 de houding, mening, verwachtingen en het gedrag van de inwoners van Fryslân ten aanzien van de energietransitie. In december 2019 is Panel Fryslân bevraagd over klimaatverandering en de energietransitie.
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Dan kunt u contact opnemen met:
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.