Om zoveel mogelijk banen te behouden tijdens en na de coronacrisis stelt het kabinet extra geld beschikbaar voor (nieuwe) steunmaatregelen. Dit blijkt uit de plannen die op Prinsjesdag zijn gepresenteerd. Hamvraag is hoe toekomstgericht die maatregelen zijn: wordt er geïnvesteerd in de arbeidsmarkt van vandaag of in die van morgen?
Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht dat ondanks de steunmaatregelen de werkloosheid verder oploopt en de arbeidsmarkt deels blijvend verandert. Eerder onderzoek door het Fries Sociaal Planbureau (FSP) laat zien dat ook in de Friese arbeidsmarkt veranderingen ophanden zijn. Daarmee rijst de vraag voor wélke arbeidsmarkt wordt geïnvesteerd in baanbehoud: die van vandaag of morgen?
Voor Prinsjesdag heeft het Centraal Planbureau (CPB) ramingen opgesteld over hoe de Nederlandse economie zich de komende jaren ontwikkelt. Daarbij gaat het CPB uit van twee scenario’s: één waarin de economische schade beperkter blijft en één waarin sprake is van een tweede corona-golf. In beide scenario’s wordt een groeiende werkloosheid verwacht met een werkloosheidspercentage tussen 5,9% en 8,5% in 2021. Vertaald naar Fryslân betekent het eerste scenario dat in 2021 rond 20.000 inwoners werkloos zijn. Bij een tweede corona-golf komt dat neer op ongeveer 29.000 inwoners. De FSP-monitor Werk laat zien dat vorig jaar 12.000 inwoners werkloos waren (3,4% van de Friese beroepsbevolking).
Bron: CBS, bewerkt door het FSP
De verwachte werkloosheidscijfers geven slechts een globaal beeld. In de afgelopen maanden is duidelijk geworden dat de economische gevolgen van de coronacrisis ongelijk zijn verdeeld. Jongeren, zelfstandigen, mensen met een flexibel arbeidscontract en kwetsbare groepen worden harder geraakt. In maart tot en met mei verloren vooral jongeren met een uitzend- of flexibel contract hun baan. In de zomer vonden zij weer vaker werk, maar ze blijven een kwetsbare groep (UWV, 2020). De verwachting is er dat binnen Fryslân ook regionale verschillen zijn doordat harder getroffen sectoren in sommige regio’s sterker vertegenwoordigd zijn. Ook de geografische ligging speelt een rol, zoals bij de Friese Waddeneilanden.
Intussen staan ontwikkelingen in de arbeidsmarkt niet stil. Voor de coronacrisis zijn diverse rapporten verschenen over de gevolgen van ontwikkelingen in technologie en in de samenleving voor het vinden en behouden van werk (FSP, 2020). Veranderend werk stelt steeds hogere eisen aan werknemers om mee te komen en te blijven ontwikkelen, en aan het menselijk kapitaal dat aanwezig is in een regio.
Met de coronacrisis neemt het belang van bijblijven, omscholen en de aanwezigheid van menselijk kapitaal toe. Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht dat de coronacrisis kan leiden tot verlies aan menselijk kapitaal wanneer mensen langdurig werkloos raken. Bovendien verandert ook de vraag naar arbeid doordat bepaalde sectoren harder worden geraakt, terwijl in andere de vraag naar goedgeschoold personeel onverminderd groot blijft (UWV, 2020).
Daarom trekt het kabinet in de plannen voor 2021 extra geld uit voor ‘een leven lang ontwikkelen’. Dat sluit goed aan bij eerdere adviezen voor een wendbare en weerbare arbeidsmarkt. In het rapport van de commissie Regulering van Werk (2020) wordt geadviseerd elke werknemer een ontwikkelbudget toe te kennen. Dit budget stelt werknemers in staat om hun vaardigheden up-to-date te houden en biedt ruimte voor omscholing naar een andere sector.
Ook in Fryslân zijn stappen in deze richting gezet. Zo heeft de provincie een voucherregeling voor MKB’ers voor onder meer scholing. Platforms zoals Fryslân Werkt! en Scholingsalliantie Noord brengen de scholingsmogelijkheden in kaart en koppelen werknemers, werkgevers en opleiders aan elkaar. Dit wordt ook regionaal georganiseerd. Zo wordt op 19 september in Sneek een WerkFestival gehouden met onder andere aandacht voor opleidingsmogelijkheden.
Bijblijven is niet voor iedereen even gemakkelijk. Een te laag opleidingsniveau kan een obstakel zijn om te voldoen aan de (hogere) eisen die worden gesteld aan werknemers. Van alle mensen met een bijstandsuitkering in Fryslân had 6 op 10 in 2018 geen diploma op mbo-niveau 2, havo, vwo of hoger (UWV, 2019)
Eerder onderzoek laat zien dat in Fryslân hoogopgeleiden en werkenden met een vast contract het vaakst een opleiding of cursus volgen voor hun werk (FSP, 2020). Zo heeft 78 procent van de hoogopgeleiden in de afgelopen twee jaar een opleiding of cursus gevolgd, vaker dan middelbaar (64%) en laagopgeleiden (45%). Deze bevindingen sluiten aan bij het landelijke beeld (SCP, 2019).
Inzetten op ‘een leven lang ontwikkelen’ kan onbedoeld leiden tot grotere kansenongelijkheid op de arbeidsmarkt. Voor wie moeilijker kan bijblijven wordt het ook moeilijker om werk te vinden en te behouden. Juist mensen die door de coronacrisis als eerste hun baan dreigen te verliezen zijn vaak minder geneigd of hebben minder de mogelijkheid om bij- of om te scholen. Daardoor kunnen de maatregelen rondom ‘een leven lang ontwikkelen’ voordeliger uitpakken voor diegenen die het al redelijk of zelfs goed doen wat betreft bijblijven, scholing en eigen ontwikkeling.
De gevolgen van de coronacrisis voor het vinden en behoud van werk zijn onzeker en hangen samen met de coronapandemie en ontwikkelingen in binnen- en buitenland. Veel economen verwachten dat de vraag naar arbeid zal veranderen; in ieder geval in bepaalde sectoren. Voor sommige mensen betekent dat zij eerder voor de keus staan om te zoeken naar ander (type) werk, om te scholen of op een andere manier een nieuwe weg in te slaan.
In de Troonrede wordt aangekondigd dat het kabinet inzet op baanbehoud. Extra middelen voor training en scholing moet mensen helpen bij de overstap naar sectoren waar nu personeelsschaarste is. Op korte termijn levert dit baanbehoud op en kan dit helpen om in te spelen op de groeiende vraag naar personeel in sectoren zoals de zorg.
Voor de lange termijn is het belangrijk om rekening te houden met de veranderende arbeidsmarkt en een bredere kijk op ontwikkeling in onze samenleving. Werk betekent namelijk meer dan alleen inkomen. Het draagt ook bij aan sociale aspecten die eveneens belangrijk zijn voor de vitaliteit van een regio, zoals het welzijn, sociale contacten en maatschappelijke participatie (‘brede welvaart’) . Het FSP blijft onderzoek doen naar werk en inkomen, ook in de bredere betekenis.
Benieuwd naar meer cijfers over werk of inkomen in Fryslân? Neem dan een kijkje in de Monitor Werk of de Monitor Inkomen. Heeft u vragen of wilt u meer weten? Dan kunt u contact opnemen met FSP-onderzoekers Keimpe Anema en Wouter Marchand.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.