Iedereen aan het werk, ook de mensen met bijstandsuitkering of een arbeidsbeperking. Daar moet de Participatiewet voor zorgen die sinds 2015 van kracht is. Door deze wet zijn gemeenten verantwoordelijk voor het begeleiden van mensen naar werk, het liefst bij een gewone werkgever. Onlangs rapporteert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een landelijke evaluatie dat de Participatiewet nauwelijks tot betere baankansen heeft geleid voor bijstandsgerechtigden. Eén uitzondering hierop zijn jonggehandicapten met arbeidsvermogen die vaker werk vinden. Dit is echter wel vaker in deeltijd, met een tijdelijk contract en een verslechterde inkomenspositie dan voor de Participatiewet.
Deze evaluatie laat zien dat er nog veel verbeterpunten zijn om zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen en minder mensen afhankelijk te laten zijn van een bijstandsuitkering. Maar hoe kunnen gemeenten en andere partijen in Fryslân hier een bijdrage aan leveren? Dit vraagt om overzicht en inzicht in wat werkgevers en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt nodig hebben of graag willen. Aansluiten op deze belevingswereld helpt om aanpak en werkwijzen zinvoller te maken in de ogen van de mensen die er (het meest) mee te maken krijgen. Het FSP helpt hierbij, bijvoorbeeld met onderzoek naar armoede in Fryslân en kwetsbare groepen zoals het onderzoek naar leerlingen uit het praktijkonderwijs, en voorgezet speciaal onderwijs.
Om mensen uit de bijstand te helpen naar een volgende stap is het belangrijk om te weten wat mensen zelf kunnen, vinden en willen. In de afgelopen jaren staat het bijstandsbeleid sterk in het teken van activering, zo nodig met verplichtingen en financiële prikkels. Uit het SCP-onderzoek blijkt dat deze aanpak niet aansluit op de werkelijkheid en niet bijdraagt aan het vinden van werk. Mogelijke verklaring daarvoor is dat bij veel bijstandsontvangers sprake is van complexe problematiek waardoor andere belemmeringen eerst weggenomen moeten worden. Daarbij gaat het vaak om gezondheidsklachten waardoor iemand niet direct bemiddelbaar is naar werk. Dit maakt dat werk vinden soms (nog) een stap te ver is. Verder werken sancties in de praktijk vaak averechts, zoals het korten van de bijstandsuitkering, waardoor de (financiële) problemen toenemen.
De tegenprestatie is één voorbeeld waarbij aansluiten op het kunnen en willen van mensen toekomstperspectief biedt. Mensen met een bijstandsuitkering kunnen gevraagd worden om een activiteit te doen als een tegenprestatie voor de verkregen bijstand. Staatssecretaris Tamara van Ark (VVD) van Sociale Zaken kondigde vandaag aan dat de tegenprestatie zelfs wettelijk voorgeschreven gaat worden. Daarbij valt te denken aan wandelen met ouderen, schoffelen in een buurttuin, straten helpen schoonmaken of vrijwilligerswerk doen in een buurthuis.
In de praktijk worstelen gemeenten, bijstandsontvangers én vrijwilligersorganisaties echter met de tegenprestatie (FSP, 2017). Vaak staat de tegenprestatie niet zozeer in het teken van ‘iets terug doen voor de verkregen bijstand’, maar worden andere doelen nagestreefd. Daarbij gaat het om opdoen van sociale contacten, werken aan je gezondheid of het eigen ontwikkelingsperspectief. Praktijkervaringen rondom Leeuwarden Fryslân Culturele-Hoofdstad laten zien dat sociaal-culturele activiteiten het puzzelwerk rondom de tegenprestatie kan vergemakkelijken en de participatie bevordert (FSP, 2019). Dit vraagt wel een andere invulling van de tegenprestatie en het oorspronkelijke wederkerigheidsprincipe (‘voor wat hoort wat’) uit de Participatiewet. Zo is het belangrijk dat mensen die een tegenprestatie leveren de ruimte hebben om hier zélf invulling aan te geven. In dit licht kunnen gemeenten de rol hebben om zo’n omgeving met keuzemogelijkheden te faciliteren, ook met bijvoorbeeld cultuurbeleid.
Zelfs nu het economische tij meezit blijft de overstap van uitkering naar betaald werk een opgave. Ondanks de gunstige economische situatie lijken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt het minst te profiteren van de baankansen (SCP, 2019; SCP, 2018). Het hebben van een baan of eigen onderneming betekent overigens nog niet dat alle problemen verholpen zijn. Van alle volwassenen in Nederland die onder de armoedegrens leven heeft een derde een betaalde baan of een eigen onderneming (SCP, 2019). De monitor Inkomen van het FSP laat zien dat in 2017 ongeveer 5.100 huishoudens betreffen in Fryslân.
Bovenstaande doet afvragen of de huidige sociale zekerheid er voldoende in slaagt om de meer kwetsbare groepen – met of zonder werk – vooruit te helpen. Deze inschatting vraagt om een brede blik met de mens als uitgangspunt. In de essay Een leven lang kwetsbaar (2019) geeft het FSP handvatten hiervoor met de (veranderende) kwetsbaarheid, mogelijkheden en behoeften van mensen als aanknopingspunten.
Naast de brede blik is het ook relevant om in gesprek te gaan over de toekomst. Om vooruit te kijken naar later organiseert het FSP op donderdag 5 december de Expertmeeting Kinderarmoede, nu en later. Samen met het Friese werkveld gaat het FSP graag in gesprek over hoe armoede, in bijzonder kinderarmoede, zich in de toekomst kan ontwikkelen en welke beelden daarbij leven. Dit helpt om samen het dialoog aan te gaan over wat de toekomstige sociale zekerheid van het Friese werkveld vraagt en wat de behoefte is aan verder onderzoek en duiding. Deze praktijkkennis en –inzichten helpt om verbeterpunten te benoemen om de Participatiewet en andere taken beter te laten aansluiten op de praktijk van Fryslân.
Wilt u zich opgeven voor de expertmeeting Kinderarmoede, nu en later? Meld u hier aan.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.