Bijna 13 procent van de huishoudens in Fryslân had in 2022 te maken met armoede. Voor deze huishoudens zijn de beschikbare minimaregelingen vanuit de overheid een manier om extra ondersteuning te krijgen. Gemeenten hebben door de jaren heen een steeds belangrijker rol gekregen in het bepalen en uitvoeren van minimabeleid en kennen aanzienlijke beleidsvrijheid op dit gebied. Dit zorgt ervoor dat er tussen de gemeenten verschillen kunnen ontstaan in de minimaregelingen die aangeboden worden.
In deze rapportage wordt onderzocht welke minimaregelingen de achttien Friese gemeenten hanteren en welke overeenkomsten en verschillen er tussen deze regelingen bestaan. Minimaregelingen tussen Friese gemeenten verschillen wat betreft aanbod, voorwaarden, vergoedingen en financiële impact. Het onderzoek is uitgevoerd op verzoek van Fries Financieel Fundament.
Allereerst is een overzicht samengesteld van de voornaamste minimaregelingen van de Friese gemeenten, met aandacht voor het aanbod, de voorwaarden en de vergoedingen. Dit overzicht is samengesteld op basis van publieke bronnen, dus aan de hand van informatie die de gemiddelde inwoner weet te vinden. Aan de hand hiervan is een vergelijking gemaakt tussen de verschillende minimaregelingen voor vier voorbeeldgemeenten.
Voor deze gemeenten is uitvoeriger geïnventariseerd wat de overeenkomsten en verschillen zijn wat betreft aanbod, voorwaarden en vergoedingen. Vervolgens is aan de hand van vijf voorbeeldhuishoudens een schatting gemaakt van wat de financiële impact zou kunnen zijn van de verschillen tussen de regelingen van deze gemeenten voor deze huishoudens. De maximale verschillen in financiële impact voor huishoudens die hieruit naar voren zijn gekomen variëren van €445 tot €1824 per huishouden per jaar.
Daarnaast is er onderzoek uitgevoerd naar het inwonersperspectief ten aanzien van minimaregelingen. Dit laat onder andere zien dat men op de hoogte is van de verschillen in regelingen tussen de gemeenten, niet altijd even bekend is met alle regelingen en dat de minimaregelingen als ingewikkeld worden ervaren. In de slotbeschouwing wordt op basis van de resultaten van dit onderzoek vooruitgeblikt naar vervolgvragen en worden suggesties voor handelingsperspectieven gegeven.